Autogeen snijden
Autogeen snijden of brandsnijden is het oudste proces voor het snijden van staal en in de metaalindustrie nog altijd het meest toegepaste thermische snijproces. Dit snijproces wordt toegepast bij ongelegeerde en laaggelegeerde staalsoorten.
Autogeen snijden is een snijmethode die berust op de verbranding van het ijzer uit het staal met behulp van zuurstof. Om tot verbranding te komen wordt het staal door één of meerdere gasbranders eerst tot ontstekingstemperatuur (ca.1150°C) gebracht. Door het hart van de brander wordt een afzonderlijke stroom zuurstof aangevoerd. Hierdoor vindt oxidatie plaats waardoor er een verbrandingsreactie van het staal ontstaat waarbij veel warmte vrijkomt die het snijproces in zowel de dikte- als de snijrichting op gang houdt. Het gevormde ijzeroxide of slak wordt door de kinetische energie van de zuurstofstraal uit de snijvoeg geblazen waarbij de snijvoeg ontstaat. Met autogene snijmachines kan staal van 3 mm tot meer dan 1000 mm op maat worden gesneden. De snijsnelheid en de kwaliteit van de snede worden voor een groot gedeelte door de zuiverheid van de zuurstof bepaald, die minstens 99,5% dient te zijn.
Vanwege het type proces is autogeen snijden alleen mogelijk voor het snijden van staal. Voor het snijden van RVS maakt De Boer Snijbedrijf gebruik van plasmasnijden
Autogeen snijmachine
De Boer Snijbedrijf maakt gebruik van autogeen snijmachines.
Tekeningen kunnen digitaal worden aangeleverd als DXF-, DWG- of DSTW-bestand waarna De Boer Snijbedrijf deze met haar CAD/CAM programma’s Profirst en SigmaNEST verwerkt.
Voordelen autogeen snijden
- Autogeen snijden van groot plaatwerk tot 4.250 x 50.000 mm.
- Autogeen snijden van dik plaatwerk tot 750 mm.
- Geschikt voor snel snijwerk en seriewerk dankzij portaal met 6 branders.
- In vergelijking met andere snijprocessen aanzienlijk lagere kosten van de benodigde apparatuur.
Een nadeel van autogeen snijden is dat de snijrand ruwer is. De snede is onnauwkeuriger ten opzichte van laser-, water- of plasmasnijden. Bij staal met een hoog koolstofpercentage kunnen in de zone grenzend aan de snede, verbrossingsverschijnselen (ernstig verlies van taaiheid of sterkte of beide) optreden.
Verschil tussen plasmasnijden en autogeen snijden
Tussen plasmasnijden en autogeen snijden zit een groot verschil. Materialen (RVS en aluminium) die niet geschikt zijn voor autogeen snijden zijn wel geschikt voor plasmasnijden. Bij plasmasnijden wordt het materiaal door de plasmaboog tot smelten gebracht, de bewegingsenergie van het gas zorgt ervoor dat het gesmolten materiaal weggeblazen wordt. Bij autogeen snijden wordt het materiaal verbrandt en als vloeibare slak weggeblazen. Het verschil tussen smeltsnijden en brandsnijden zorgt ervoor dat plasmasnijden van RVS en aluminium wel mogelijk is, terwijl autogeen snijden van RVS en aluminium niet mogelijk is.
Klik hier voor meer informatie over plasmasnijden of lasersnijden.